Een deel van het museum is ondergebracht in de Schotse Huizen. Die zijn ooit gebruikt door Schotse handelslieden. Op de gevel is een muuranker te zien met de Schotse distel, symbool voor Schotland.
Een onderkomen voor de Conservator
De Veers-Schotse handelsrelatie floreerde vanaf het moment dat Veere in 1541 de stapelplaats werd voor Schotse goederen, waaronder wol als voornaamste exportprodukt. Veel Schotse kooplieden vestigden zich in de loop der tijd in Veere, zoals in het pand ‘Het Lammeken’. ‘In de Struijs’, het rechterpand van De Schotse Huizen, is in 1790 ingrijpend verbouwd om het geschikt te maken als onderkomen voor het hoofd van de Schotse gemeenschap in Veere, de Conservator. Deze was benoemd door de Schotse koning en trad op als notaris, ouderling, politieagent en rechter. In het stapelcontract waren namelijk rechten en plichten vastgelegd voor de Schotse gemeenschap in Veere waarop moest worden toegezien. De Lord Conservator droeg als teken van zijn waardigheid een ovale zilveren plaat met de Schotse distel, de koningskroon en het motto van de Orde van de Distel: ‘Nemo Me Impune Lacesset’. Daaronder hangt een kleiner schildje met een afbeelding van Sint-Andreas en het Andreaskruis. De laatste Lord Conservator die kantoor heeft gehouden in De Schotse Huizen was John Turing (1769-1795). Hij verliet de stad toen de Franse troepen en de terugkerende Nederlandse patriotten Zeeland veroverden. Door veranderingen binnen Museum Veere is er op dit moment binnen niet zo veel te zien over Schotland. In 2023 zal daar wel weer aandacht voor zijn.